Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Als Farao nabij gekomen was, zo hieven de kinderen Israels hun ogen op, en ziet, [12]de Egyptenaars togen achter hen; en zij vreesden zeer; toen riepen de kinderen Israels tot den HEERE. 12. Anders, Egypte toog, of reisde; dat is, de Egyptenaars.